Hoe werken zonnepanelen: complete uitleg over werking, kosten en opbrengst

Ontdek hoe zonnepanelen werken, wat ze kosten, hoeveel stroom ze opwekken en of jouw dak geschikt is – inclusief uitleg over types panelen, omvormers en terugverdientijd.

Eigenaar Solar Evolution
Paul Dirksen
May 4, 2025
Gezin bij een mooi huis met Zonnepanelen

Belangrijkste inzichten

Zonnepanelen zetten zonlicht om in elektriciteit via het fotovoltaïsch effect; een omvormer maakt de opgewekte gelijkstroom geschikt voor gebruik in huis als wisselstroom.

De opbrengst van zonnepanelen hangt af van factoren zoals dakligging, hellingshoek, schaduwval en seizoensinvloeden, met de hoogste opbrengst tussen mei en augustus.

Met een investering van circa €5.000 verdien je zonnepanelen in 4 à 6 jaar terug; daarna geniet je nog 15+ jaar van gratis stroom en een besparing op je energierekening.

Steeds meer mensen denken eraan: zonnepanelen op het dak. Logisch ook, want wie wil er nou geen lagere energierekening en een kleinere ecologische voetafdruk? Maar hoe werken zonnepanelen eigenlijk? Wat gebeurt er precies met dat zonlicht op je dak voordat het uit het stopcontact komt als elektriciteit?

Zonnepanelen zetten licht om in stroom. Klinkt als magie, maar het is pure techniek – en verrassend simpel zodra je weet hoe het werkt. In dit artikel leggen we dat proces stap voor stap uit. We duiken in de opbouw van een zonnepaneel, bespreken de werking van zonnecellen, bekijken wat er met de opgewekte stroom gebeurt, en beantwoorden de vraag: wat levert het op – en wat kost het?

Of je nu aan het oriënteren bent of al serieus rekent aan je dakoppervlak, hier krijg je duidelijke antwoorden. Je ontdekt hoe zonnepanelen werken, wat de opbrengst is, welke factoren invloed hebben op het rendement en of jouw situatie gunstig is.

Om te begrijpen hoe zonnepanelen werken, beginnen we bij de basis: zonlicht en fotovoltaïsche cellen.

Wat zijn zonnepanelen en waar bestaan ze uit?

Zonnepanelen zetten zonlicht om in bruikbare elektriciteit. Ze maken gebruik van zonne-energie, een vorm van groene energie die duurzaam en eindeloos beschikbaar is. Maar wat zit er nou eigenlijk in zo’n paneel? En waarom is het ene type paneel beter geschikt voor jouw dak dan het andere?

Opbouw van een zonnepaneel: glasplaat, zonnecellen, omvormer

Een zonnepaneel bestaat uit meerdere lagen. Bovenaan zit een glasplaat die de onderliggende onderdelen beschermt tegen weer en wind. Daaronder liggen zonnecellen – kleine eenheden die het zonlicht daadwerkelijk omzetten in stroom. Deze zonnecellen zijn meestal gemaakt van silicium, een halfgeleidend materiaal dat goed reageert op licht.

De opgewekte stroom is in eerste instantie gelijkstroom (DC). Omdat je in huis wisselstroom (AC) nodig hebt, wordt deze stroom via een omvormer omgezet. De omvormer is dus een cruciaal onderdeel van het systeem: hij maakt zonnestroom bruikbaar voor al je apparaten. Verder zitten er kabels, een backsheet (de achterzijde van het paneel), en soms een frame van aluminium om het geheel stevig te houden.

Verschil tussen monokristallijn en polykristallijn

Zonnepanelen komen grofweg in twee soorten: monokristallijn en polykristallijn. Het verschil zit in de manier waarop het silicium in de zonnecellen is opgebouwd.

Monokristallijne panelen bestaan uit één kristalstructuur. Ze zijn vaak zwart van kleur, hebben een hoger rendement en werken beter bij minder licht of bij hogere temperaturen. Daardoor zijn ze ideaal voor kleine daken of schaduwrijke plekken.

Polykristallijne panelen bestaan uit meerdere kristallen. Ze hebben een blauwachtige tint, zijn goedkoper om te maken, maar iets minder efficiënt. Toch kunnen ze prima presteren op grote, goed gepositioneerde daken zonder schaduw.

Welke het beste is, hangt af van jouw situatie. Heb je weinig ruimte of ligt je dak deels in de schaduw? Dan zijn monokristallijne panelen de betere keuze. Heb je juist veel dakoppervlak en een gunstige ligging? Dan kunnen polykristallijne panelen een voordelige optie zijn.

Waar worden zonnepanelen meestal geplaatst (dak, carport, grond)?

De meeste zonnepanelen vind je op schuine of platte daken. Dat is logisch: het dak krijgt veel zon en de panelen liggen daar stevig en uit de weg. Maar er zijn ook andere plekken mogelijk. Denk aan een carport, een pergola of zelfs op de grond in de tuin, mits daar voldoende zonlicht komt.

Belangrijk is de oriëntatie en hellingshoek. Panelen op het zuiden presteren het best, gevolgd door zuidoost en zuidwest. Op het noorden leveren ze veel minder op, al kunnen goede omvormers en slimme plaatsing nog wel iets compenseren.

In de praktijk zien we vaak dat bij huizen met een ongunstige dakligging, gekozen wordt voor creatieve oplossingen zoals grondopstellingen of montage op schuurtjes of aanbouwen. Flexibiliteit is er genoeg, zolang je maar let op schaduwval en draagkracht.

Hoe werken zonnepanelen: stap-voor-stap uitgelegd

Zonnepanelen lijken misschien stil en passief, maar zodra de zon schijnt, zijn ze druk aan het werk. Maar hoe werkt dat precies? Hier leggen we de werking van zonnepanelen stap voor stap uit: van licht tot elektriciteit, en hoe die stroom uiteindelijk bij je in huis komt.

Hoe wekken zonnepanelen stroom op?

Zonnepanelen wekken stroom op door gebruik te maken van licht – niet van warmte, zoals veel mensen denken. Zodra er zonlicht op de zonnecellen valt, begint het proces. De zonnecellen bestaan uit lagen halfgeleidermateriaal, meestal silicium. Onder invloed van het zonlicht raken elektronen in beweging, en die beweging vormt een elektrische stroom.

Dit proces heet het fotovoltaïsch effect – de basis van zonnestroom. Elke zonnecel wekt maar een klein beetje stroom op, maar samen in een paneel kunnen ze flink wat leveren.

Zelfs op een bewolkte dag werkt dit proces gewoon door. Minder zonlicht betekent wel minder opbrengst, maar volledig stil valt het systeem zelden. In Nederland komt zo’n 70 tot 80% van de jaarlijkse opbrengst uit de periode maart tot en met september.

Het proces van licht naar elektriciteit (werking van zonnecellen, fotovoltaïsch effect)

Laten we iets dieper inzoomen. Een zonnecel bestaat uit twee lagen silicium: een positieve en een negatieve laag. Als zonlicht op de cel valt, worden elektronen in het materiaal losgemaakt. Door het spanningsverschil tussen de twee lagen, gaan die elektronen bewegen – en beweging van elektronen is elektriciteit.

Dit proces noemen we het fotovoltaïsch effect. Het is al in 1839 ontdekt, maar pas sinds de jaren ‘50 toegepast in zonnepanelen. In één paneel zitten tientallen zonnecellen, en met meerdere panelen op je dak wek je al snel honderden kilowatturen per jaar op.

Belangrijk om te weten: het gaat dus echt om licht, niet om warmte. Ook in de winter of op koude, maar zonnige dagen, kunnen je panelen prima presteren.

Wat gebeurt er met zonne-energie na opwekking? (rol van de omvormer, meterkast)

De stroom die uit de zonnecellen komt is gelijkstroom (DC). In huizen gebruiken we wisselstroom (AC), dus moet die eerst worden omgezet. Dat is het werk van de omvormer, die meestal in de meterkast hangt of op zolder.

De omvormer zet de gelijkstroom razendsnel om in wisselstroom. Vervolgens wordt die stroom ofwel direct gebruikt door je apparaten, of teruggeleverd aan het elektriciteitsnet als je op dat moment meer opwekt dan je verbruikt.

Die teruglevering wordt geregistreerd door je slimme meter. Wat je zelf niet gebruikt, gaat naar het net, en je krijgt daar een vergoeding voor via de salderingsregeling. Tegelijkertijd haalt je huishouden stroom van het net wanneer de zon niet schijnt – bijvoorbeeld ’s avonds.

Door het verschil tussen gelijkstroom en wisselstroom goed te begrijpen, snap je waarom de omvormer zo’n belangrijk onderdeel is. Zonder dat apparaat blijft de opgewekte energie letterlijk onbruikbaar. Het is de schakel tussen zonnepaneel en stopcontact.

En wat gebeurt er op een bewolkte dag? Dan is de opbrengst lager, maar niet nul. Zelfs diffuus licht levert nog altijd wat elektriciteit op – alleen net iets minder dan op een stralende zomerdag. De technologie is daar inmiddels slim genoeg voor.

Energieopbrengst zonnepanelen per maand en jaar

Zonnepanelen wekken niet elke dag evenveel stroom op. De zon schijnt nou eenmaal niet constant, en je dak ligt niet altijd perfect op het zuiden. Toch kun je verrassend veel halen uit een goed systeem. Laten we kijken wat de energieopbrengst van zonnepanelen per maand en per jaar ongeveer is – én hoe je die kunt optimaliseren.

Wat beïnvloedt de opbrengst? (Ligging, helling, schaduw, seizoensinvloeden)

De hoeveelheid zonnestroom die je panelen opwekken, hangt af van verschillende factoren. De belangrijkste zijn:

  • Oriëntatie van je dak – Een dak dat op het zuiden ligt, vangt de meeste zon. Oost en west doen het ook prima, maar met iets minder rendement. Ligt je dak naar het noorden? Dan wordt het een stuk lastiger om genoeg opbrengst te halen.
  • Helling van het dak – Een hellingshoek van 30 tot 35 graden is ideaal. Is het platter of steiler? Dan neemt de opbrengst af. Bij platte daken kun je panelen op beugels zetten om de hoek te optimaliseren.
  • Schaduwval – Bomen, dakkapellen of schoorstenen kunnen schaduw werpen. Zelfs een klein stukje schaduw op één paneel kan de opbrengst van de hele string (groep panelen) drukken – tenzij je gebruikmaakt van optimizers of micro-omvormers.
  • Seizoenen – In de zomer is de zonkracht het sterkst, en de dagen zijn langer. In de winter is dat precies andersom. Je opbrengst piekt dus in de maanden mei tot augustus.

Een goed legplan en slimme plaatsing maken een enorm verschil. Wat vaak vergeten wordt: zelfs bij een minder ideale ligging kun je met het juiste systeem nog steeds genoeg stroom opwekken voor je huishouden.

Gemiddelde energieopbrengst zonnepanelen per maand in Nederland

In Nederland wekt een gemiddeld zonnepaneel van 400 Wp (wattpiek) zo’n 340 kWh per jaar op. Heb je 10 panelen? Dan zit je al snel op 3.400 kWh per jaar – dat is ongeveer het jaarverbruik van een gemiddeld gezin.

Maar hoe ziet dat er per maand uit? Hier een grove verdeling:

  • Januari: 2–3% van de jaaropbrengst
  • Februari: 4–5%
  • Maart: 9%
  • April: 11%
  • Mei: 13%
  • Juni: 14%
  • Juli: 14%
  • Augustus: 12%
  • September: 9%
  • Oktober: 6%
  • November: 3–4%
  • December: 2–3%

De zomermaanden leveren dus veruit de meeste zonnestroom. Toch kun je over het hele jaar genomen een behoorlijk deel van je stroomverbruik dekken – zeker met een energie-efficiënte woning.

Hoe kun je je eigen opbrengst optimaliseren?

Wil je het maximale halen uit je zonnepanelen? Dan kun je op een paar slimme manieren je opbrengst verbeteren:

  • Laat een goede schouw doen – Een erkende installateur kijkt naar ligging, helling, schaduw en dakconstructie en maakt een legplan op maat.
  • Gebruik optimizers of micro-omvormers – Zeker bij daken met schaduw of meerdere dakvlakken kunnen deze apparaten helpen om het maximale uit elk paneel te halen.
  • Onderhoud – Zonnepanelen zijn onderhoudsarm, maar een jaarlijkse check of reiniging kan de prestaties net dat beetje verbeteren.
  • Energieverbruik afstemmen op opwek – Zet apparaten aan op momenten dat de zon schijnt. Denk aan de wasmachine of vaatwasser in de middag, of laad de elektrische auto overdag.

Een voorbeeld: een gezin met 10 panelen en een zuidelijk gericht dak wekt jaarlijks zo’n 3.400 kWh op. Door een slimme plaatsing, goede omvormer en bewust verbruik overdag, kan dit gezin ruim 75% van zijn stroom zelf gebruiken – en flink besparen op de energierekening.

Wat kosten zonnepanelen en hoe snel verdien je ze terug?

Zonnepanelen zijn een investering. Maar wel eentje die zich op termijn terugbetaalt. Hoeveel je betaalt, hangt af van het soort woning, het aantal panelen en de gekozen techniek. Hier leggen we uit wat je ongeveer kwijt bent, hoe lang het duurt voor je ze hebt terugverdiend, en welke regelingen je daarbij kunnen helpen.

Gemiddelde kosten installatie per type woning (indicatie)

De prijs van zonnepanelen is de afgelopen jaren flink gedaald. Gemiddeld betaal je in 2025 zo’n € 4.500 tot € 6.000 voor een compleet systeem van 10 panelen, inclusief installatie en omvormer. Dat is meestal genoeg voor een gemiddeld huishouden.

Richtprijzen per type woning:

  • Appartement (individuele installatie op dakterras of carport): € 2.000 – € 3.000 (vaak beperkte ruimte)
  • Tussenwoning: € 4.000 – € 5.000
  • Hoekwoning: € 4.500 – € 5.500
  • Twee-onder-een-kap: € 5.000 – € 6.000
  • Vrijstaande woning: € 6.000 – € 8.000 (meer dakoppervlak, vaak meer panelen)

Let op: dit zijn richtprijzen. De exacte kosten hangen af van je dak, de bereikbaarheid, of er optimizers nodig zijn en welk type omvormer je kiest.

Terugverdientijd & rendement (rekenvoorbeeld bij 10 panelen)

Zonnepanelen verdien je terug doordat je minder stroom hoeft af te nemen van je energieleverancier. En hoe hoger de stroomprijs, hoe sneller je investering loont.

Stel: je betaalt € 5.000 voor een systeem van 10 panelen. Je wekt daarmee jaarlijks ongeveer 3.400 kWh op. Bij een stroomprijs van € 0,35 per kWh bespaar je dan ongeveer € 1.190 per jaar.

De terugverdientijd is dan iets meer dan 4 jaar. En daarna levert je systeem nog zeker 15 tot 20 jaar gratis stroom op. Het rendement komt neer op 8 tot 12% per jaar – veel hoger dan wat je op een spaarrekening krijgt.

Invloed van subsidies, btw-teruggave en salderingsregeling

In 2025 geldt er geen landelijke aanschafsubsidie meer voor zonnepanelen, maar je kunt wél profiteren van andere regelingen:

  • 0% btw op zonnepanelen – Sinds 2023 betaal je geen btw meer op aanschaf en installatie. Dat scheelt direct 21%.
  • Salderingsregeling – Je mag de stroom die je aan het net levert aftrekken van de stroom die je afneemt. Tot 2025 blijft deze regeling volledig bestaan. Daarna wordt hij geleidelijk afgebouwd.
  • Lokale subsidies – Sommige gemeenten of provincies bieden extra steun voor duurzame maatregelen. Check je lokale mogelijkheden.

En dan is er nog een onvoorspelbare factor: stijgende stroomprijzen. Als die verder oplopen, wordt je besparing alleen maar groter en verdien je je panelen nog sneller terug. Veel huiseigenaren merken dat nu al aan hun lagere energierekening – een geruststellende gedachte in onzekere tijden.

Wat gebeurt er met overtollige zonne-energie?

Op zonnige dagen wekken je zonnepanelen vaak meer stroom op dan je op dat moment nodig hebt. Zeker als je overdag niet thuis bent, blijft er flink wat energie “over”. Maar wat gebeurt er met die overtollige zonne-energie? Gelukkig gaat er niets verloren – er zijn verschillende manieren om ermee om te gaan.

Teruglevering aan het net en de rol van de netbeheerder

De meeste zonnepanelensystemen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. Als je meer zonnestroom opwekt dan je verbruikt, gaat het overschot automatisch terug het net op. Je slimme meter houdt dit nauwkeurig bij.

Op jaarbasis mag je die teruggeleverde stroom verrekenen met de stroom die je hebt afgenomen. Dat heet salderen, en levert je hetzelfde tarief op als je betaalt voor stroom van het net. Dit maakt het financieel aantrekkelijk om zoveel mogelijk stroom op te wekken, zelfs als je niet alles direct zelf verbruikt.

De netbeheerder speelt hierbij een centrale rol. Die zorgt ervoor dat de teruggeleverde stroom veilig en stabiel op het netwerk terechtkomt. In sommige gebieden is het elektriciteitsnet echter overbelast. Dan kan terugleveren tijdelijk beperkt worden, vooral in nieuwbouwwijken of landelijke regio’s met veel zonnepanelen.

Terugleverboetes: hoe werken ze en wat kun je eraan doen?

Sinds kort hoor je steeds vaker over terugleverboetes of negatieve terugleververgoedingen. Sommige energieleveranciers geven je niet langer dezelfde prijs voor stroom die je teruglevert, of rekenen zelfs een extra tarief.

Hoe zit dat? Op piekmomenten – bijvoorbeeld een zonnige zondagmiddag – is er zoveel aanbod van zonne-energie dat het net het niet aankan. Energiebedrijven moeten dan betalen om die stroom kwijt te raken. Daardoor kan het gebeuren dat jij minder krijgt voor je teruggeleverde stroom dan je had verwacht.

Wat kun je doen? Allereerst: kies een energieleverancier die gunstig omgaat met teruglevering. Let bij het afsluiten van een contract op de terugleververgoeding. Daarnaast kun je proberen om meer stroom direct zelf te gebruiken – bijvoorbeeld door apparaten overdag te laten draaien.

Alternatief: gebruik van een thuisbatterij

Een andere slimme optie is de thuisbatterij. Daarmee kun je overtollige zonnestroom opslaan voor later gebruik, bijvoorbeeld in de avond of op een bewolkte dag. Je bent dan minder afhankelijk van het net en omzeilt de terugleverbeperkingen.

Een batterij slaat gelijkstroom (DC) op en levert die via een omvormer weer als wisselstroom (AC) aan je huis. In de praktijk kun je daarmee 30 tot 70% van je zonnestroom zelf benutten, afhankelijk van je verbruik en de capaciteit van de batterij.

Voorbeeld: stel je wekt in juli 500 kWh op, maar gebruikt maar 300. Zonder batterij gaan die 200 kWh het net op. Met een batterij kun je een deel daarvan bewaren en in december gebruiken, wanneer de opwek veel lager ligt. Zo benut je je eigen energie veel efficiënter.

Voor wie zijn zonnepanelen rendabel?

Zonnepanelen zijn lang niet voor iedereen even rendabel. Toch zijn er verrassend veel situaties waarin ze wel degelijk een slimme investering zijn – ook als je geen groot dak of een nieuwbouwhuis hebt. Hier helpen we je inschatten of jouw woning (en situatie) geschikt is voor zonnestroom.

Typische situaties waarin zonnepanelen wél of juist niet gunstig zijn

Gunstige situaties:

  • Je hebt een dak op het zuiden, zuidoosten of zuidwesten.
  • Er is weinig of geen schaduw van bomen of gebouwen.
  • Je woont in een koopwoning met voldoende dakoppervlak.
  • Je verbruikt relatief veel stroom (bijvoorbeeld met een warmtepomp of elektrische auto).

Minder gunstig:

  • Je dak ligt op het noorden of heeft veel schaduw.
  • Je hebt weinig dakruimte of een ongunstige hellingshoek.
  • Je gaat binnen een paar jaar verhuizen (al kun je dan vaak meeverhuizen of het huis beter verkopen).

Toch geldt: ook bij minder ideale omstandigheden kan het financieel nog steeds uit. Bijvoorbeeld door slimme plaatsing, een kleiner systeem of combinatie met andere maatregelen.

Zonnepanelen op huurwoningen of appartementen

Woon je in een huurhuis of appartement? Dan is het iets complexer, maar zeker niet onmogelijk. Steeds meer verhuurders investeren zelf in zonnepanelen om hun panden te verduurzamen – en jij als huurder profiteert mee via lagere energiekosten.

Bij appartementen is het vaak afhankelijk van de VvE (Vereniging van Eigenaren). Wil je panelen plaatsen op het gezamenlijke dak? Dan moet de VvE akkoord gaan. Gelukkig zijn er steeds meer collectieve initiatieven waarbij bewoners samen investeren in een zonnedak en de opbrengst verdelen.

Alternatief: panelen op je eigen balkon of dakterras. Er zijn inmiddels plug-and-play systemen beschikbaar die je in een stopcontact kunt steken. Beperkte opbrengst, maar wel direct voordeel.

Keuzehulp: 5 vragen om jezelf te stellen

Twijfel je of zonnepanelen iets voor jou zijn? Stel jezelf dan deze vijf vragen:

  1. Hoeveel stroom verbruik ik per jaar?
    Bij een laag verbruik (minder dan 2.000 kWh) heb je minder panelen nodig, maar ook een langere terugverdientijd.
  2. Wat is de ligging van mijn dak?
    Zuid? Perfect. Oost of west? Nog steeds goed. Noord? Dan moet je rekenen.
  3. Is mijn dak vrij van schaduw?
    Een boom of dakkapel kan de opbrengst flink verminderen, vooral bij traditionele omvormers.
  4. Wil ik verhuizen binnen 5 jaar?
    Dan is het slim om na te denken over de invloed op de woningwaarde – of een meeneemoptie.
  5. Kan ik de investering nu doen, of kies ik voor huren/leasen?
    Geen spaargeld? Er zijn steeds meer mogelijkheden voor huur- of leaseconstructies zonder hoge instapkosten.

Door deze vragen te beantwoorden krijg je al snel een goed beeld van wat zonnepanelen in jouw geval kunnen opleveren – en of het de moeite waard is om verder te onderzoeken.

Conclusie

Nu weet je precies hoe zonnepanelen werken, wat ze doen met zonlicht, en hoe die energie uiteindelijk bij jou in huis terechtkomt. We hebben samen gekeken naar de technische werking, de opbouw van een zonnepaneel, de manier waarop stroom wordt opgewekt en omgezet, en wat er gebeurt met energie die je niet meteen gebruikt. Ook heb je gelezen wat zonnepanelen gemiddeld kosten, wat ze opleveren, en in welke situaties ze financieel interessant zijn.

De beginvraag – hoe werken zonnepanelen eigenlijk? – kun je nu zelf beantwoorden. Maar belangrijker nog: je hebt ook inzicht gekregen in de impact op je energierekening, je CO₂-uitstoot en je woonsituatie. Of je nu in een rijtjeshuis woont, een appartement of een vrijstaande woning, er zijn vaak meer mogelijkheden dan je denkt.

Wil je weten hoeveel zonnepanelen in jouw situatie zouden opleveren? Of ben je benieuwd of je dak geschikt is en wat de terugverdientijd zou zijn?
Bereken dan je potentiële opbrengst, vergelijk met voorbeeldcases, en ontdek of het tijd is om jouw eigen zonnestroom op te wekken.

Hoeveel zonnepanelen heb ik nodig voor mijn huishouden?

Wat is het verschil tussen een omvormer en een optimizer?

Zijn zonnepanelen rendabel bij een dak op het oosten of westen?

Kun je zonnepanelen combineren met een thuisbatterij?

Wat gebeurt er als mijn zonnepanelen meer stroom opwekken dan ik verbruik?

Eigenaar Solar Evolution
Paul Dirksen
May 4, 2025

Paul Dirksen is specialist in duurzame energie en vaste contentschrijver voor Solar Evolution. Met meer dan 10 jaar ervaring in de energiesector schrijft hij begrijpelijke, betrouwbare en actuele blogs over zonnepanelen, thuisbatterijen, laadpalen en slimme energietechnologie.

Plan een gratis adviesgesprek

Wil je meer weten over hoe je kan besparen met duurzame energie? Plan een gratis adviesgesprek met een van onze specialisten en ontdek de mogelijkheden.

Adviesgesprek aanvragen